Zo is't genoeg

Doelgroep: 3e graad BaO + SO

Groepsgrootte: Klas

Duur: 15-30 minuten

Leerplandoelen:

  • BaO: Sluit aan bij de ontwikkelvelden
  • SO: Sluit aan bij het gemeenschappelijk funderend leerplan

Materiaal:

  • 4 papieren
  • Voldoende ruim lokaal

Doelstellingen:

  • … op een positieve manier kritisch reflecteren over zichzelf.
  • … zich mild opstellen voor zichzelf.
  • … assertief zijn, grenzen leren stellen

Methodiek/oefening:

Klasinrichting & begeleiding

Maak vooraf 4 flappen met volgende antwoordcategorieën en verspreid deze over de 4 hoeken van het lokaal. Antwoordcategorieën:

  • Geen probleem, dat stoort me helemaal niet.
  • Dit gaat er net niet over, maar ik twijfel toch nog wat.
  • Dit gaat te ver, maar er zijn redenen waarom ik niet reageer.
  • Dit gaat te ver. Ik reageer door …

Verschillende situaties

De leerlingen krijgen situaties voorgelegd. Per situatie krijgen ze de opdracht om in de 'hoek' te gaan staan die overeenstemt met hun eigen mening. Laat de leerlingen enkele minuten stilstaan bij de redenen van hun keuze.

Enkele voorbeelden van situaties:

  • Tijdens een toets kijkt een medeleerling over je schouder om te spieken …
  • Wanneer je toekomt op school, begroet je heel vriendelijk één van je klasgenoten. Die zegt niets terug en kijkt jou niet aan …
  • Je bent op een druk plein. Een passant komt heel dicht bij je staan en raakt je hand aan…
  • Je staat in de supermarkt aan te schuiven aan de kassa. Een vrouw met twee producten in haar hand steekt je voorbij en zet haar aankopen voor jou op de band …
  • Je zus of broer wil je plagen door je een dikke, natte zoen te geven ...
  • Jullie moeten een groepswerk maken voor de les Nederlands. Een van de groepsleden werkt zijn taken nooit af en probeert ze door te schuiven naar jou …
  • ... (voeg eventueel situaties toe die van toepassing kunnen zijn op de klas)

Lees de situaties een voor een voor en geef de leerlingen de ruimte om hun plaats in te nemen.

Bespreek na elke voorgelezen situatie met de leerlingen waarom ze voor een bepaald antwoord hebben gekozen.

  • Leerlingen die in de hoek 'Dit gaat te ver, maar er zijn redenen waarom ik niet reageer' staan, kan je vragen hoe het komt dat ze in deze hoek zijn gaan staan, wat hen stoort aan die situatie en waarom ze niet reageren.
  • Leerlingen die in de hoek 'dit gaat te ver, ik reageer door…' staan, kan je vragen hoe ze zouden reageren.

Tip: laat verschillende hoeken aan het woord en moedig je leerlingen aan om te luisteren wat de redenen/drijfveren zijn achter het gekozen antwoord. Er is niks juist of fout. Het gaat erom op te komen voor de eigen mening. En die mening kan bij iedereen anders zijn.

Groepsgesprek

Sluit de oefening af met een groepsgesprek. Besteed voldoende aandacht aan de persoonlijke ervaringen van de leerlingen. Je kan ook informatie geven over de verschillende soorten grenzen. Er zijn verschillende vragen die je kan stellen:

Algemene vragen:

  • Wat is een grens?
  • Welke grenzen kennen we? (De verschillende - fysieke of emotionele - grenzen die we kennen, zijn: grenzen van je eigen plek, de afstand tussen jou en de ander, grenzen op het gebied van elkaar aanraken en grenzen op het gebied van iets doen of zeggen, ...)
  • Waarom zijn grenzen belangrijk? Waar helpen ze bij?

Persoonlijke vragen:

  • Vind jij het moeilijk om je grens te bepalen en aan te geven?
  • Hoe merk je dat je grens bereikt is?
  • Waarom is het toch belangrijk om je grens aan te geven?
  • Op welke manier kan je een grens duidelijk aangeven?
  • Oogcontact maken
  • Stevig staan, groot maken
  • Serieuze blik
  • Luid genoeg (maar niet té luid)
  • Duidelijk benoemen dat je wil dat het stop
  • Eventueel met hand stopteken maken