Witzwart blad perspectief

Doelgroep: 4-5-6e jaar BaO + SO

Groepsgrootte: klas

Duur: 15 min

Leerplandoelen: 

• BaO: Sluit aan bij de ontwikkelvelden
• SO: Sluit aan bij het gemeenschappelijk funderend leerplan

Materiaal:

• Zwart wit papier
  
• IJsberg

Doelstellingen:

• De leerlingen ontdekken dat ze verschillende perspectieven kunnen innemen en het inzet vraagt om anders te denken.
• De leerlingen ervaren zelf dat er verschillende perspectieven zijn.
  
• De leerlingen krijgen inzicht dat er verschillende perspectieven zijn.

Methodiek/oefening:

De begeleider houdt een papier voor zich, met de witte kant naar de leerlingen en de zwarte naar zichzelf. Hij vraagt aan de leerlingen welke kleur het blad heeft. De leerlingen zullen 'wit' antwoorden. De begeleider ziet de andere kant van het papier en geeft hun ongelijk, zegt dat het papier zwart is. Er ontstaat een discussie over de kleur. Probeer de leerlingen te overtuigen dat het een zwart papier is. Uiteraard gaat dit niet lukken als zij enkel de witte kant zien.

Na een tijd in discussie te gaan, toont de begeleider de andere kant van het papier. Bevraag wie er gelijk had. Vertel hierbij dat er niemand ongelijk heeft want het papier is zowel zwart als wit. Het hangt er vanaf vanuit welk perspectief (kant) je het papier bekijkt. Iedereen heeft gelijk op zijn manier, iedereen vertelt zijn/haar waarheid. 

De begeleider maakt de link met de realiteit. Laat hun zelf nadenken of ze dit herkennen bij een ruzie of conflict. Een ruzie/conflict wordt altijd door beide partijen anders beleefd. Leerling A voelt wat hij voelt en leerling B voelt wat hij voelt. Onze interpretatie van één dezelfde situatie kan verschillen.

Bevraag hoe je de discussie van het zwart/wit blad kan oplossen. Probeer te komen tot 'dan moet je gaan staan waar de andere staat om zijn kant te zien' = letterlijk in de schoenen van een ander gaan staan, moeite doen om het blad om te draaien. Leg de link naar de realiteit: vraag aan de ander hoe hij/zij dit ziet/ervaren heeft/zich hierbij voelt om je in te leven in het andere standpunt en zo tot een consensus te komen. Je inleven in het andere perspectief vraagt altijd een inspanning.

Optioneel/uitbreiding:
De begeleider maakt de link met de ijsberg. Boven de waterspiegel is feitelijk (bv. wat je ziet -> zwart/wit), onder de waterspiegel is wat je voelt, denkt... (bv. wat zegt de andere nu, is hij kleurenblind?)

Er zijn dingen die je kunnen helpen. Belangrijk om op tijd aan te geven dat je emmertje aan het vullen is en het leeg gemaakt moet worden.