Wie zijn wij als klas

Doelgroep: BaO + SO

Groepsgrootte: Klasgroep

Duur: 30 à 50 minuten

Leerplandoelen:

  • BaO: Sluit aan bij de ontwikkelvelden
  • SO: Sluit aan bij het gemeenschappelijk funderend leerplan

Materiaal:

  • blad stellingen
  • post-its

Doelstellingen:

  • leerlingen krijgen inzicht in eigen waarden en normen
  • leerlingen maken waarden en normen van de klas bespreekbaar
  • afspraken worden gemaakt vanuit waarden en normen

Methodiek/oefening:

Achtergrond informatie waarden en normen schetsen: klassikaal bespreken en bevragen. Hebben jullie een idee wat waarden en normen zijn?

1) Een waarde is iets wat jij echt belangrijk vindt. Bijvoorbeeld vriendschap, goed omgaan met het milieu, eerlijk zijn. Sommige waarden heb je voor jezelf. Anderen deel je met een groep, bijvoorbeeld met je familie, je vrienden of je klas. Jullie denken dan over een aantal dingen hetzelfde. Dat maakt het makkelijker om goed met elkaar om te gaan.

2) Bij waarden horen normen. Dat zijn regels of afspraken die je voor jezelf of met een groep mensen hebt. Vb:

- bij de waarde eerlijk zijn, hoort de norm dat je niet liegt.
- bij de waarde veiligheid, hoort de norm dat je een ander niet uitlacht.
- bij de waarde gezondheid, hoort de norm dat je gezond eet en voldoende beweegt.

Vandaag gaan we hier een oefening rond doen waarbij we gaan nadenken over de waarden en normen die jullie als leerlingen, maar ook samen als klas belangrijk vinden.

Individueel:

  • Leerlingen werken individueel en vinken op het stellingenblad aan wat ze belangrijk vinden(je kan dit aanvinken in het gekleurde vakje achter elke stelling).
  • Laat hen aanduiden met welke kleuren en dus met welke waarden hun stellingen overeenkomen. Door een stelling aan te duiden wordt dus duidelijk welke waarde de leerlingen van belang vinden.
  • Welke kleuren of waarden kwamen juist niet aan bod?

Groepjes van 4:

  • Leerlingen bespreken hun waarden en normen in groepjes
  • Welke waarden en normen heeft ieder?
  • Leerlingen vertellen om beurt bij welke waarde ze de meeste stellingen aangeduid hadden
  • Noem nu om beurt de waarde waar je de minste stellingen van aangeduid hebt

Klasopdracht:

  • Welke waarden kwamen in de groepjes naar voor? (Noteer er vb 3)
  • Bedenk klassikaal welke normen hier telkens bij horen vb bij de waarde "respect", kan een norm "we laten elkaar uitspreken", horen.

Maak 2 kolommen op het bord: "dit doen we als klas" vs "dit doen we niet als klas". Vul in de 2de kolom ook in waarom hier (nog) niet aan voldaan wordt in de klas. Vb: "we praten door elkaar in de klas".

  • Leerlingen schrijven hun 3 belangrijkste normen, individueel, op een post-it en kleven ze in de juiste kolom op het bord.

Nabespreking:

Individuele opdracht:

  • Heb je nu een duidelijker zicht op je waarden?
  • Wist je dat anderen jouw waarden ook belangrijk vinden? Wat heb je zo ontdekt dat je nog niet wist?

Klasopdracht:

  • Wist je al welke waarden anderen belangrijk vinden?

Eindbespreking:

  • Welke normen hebben we als klas en voeren we ook uit?
  • Welke normen vinden wij als klas belangrijk, maar voeren we (nog) niet (altijd) uit?
  • Hoe komt dit?
  • Wat kunnen we doen om deze normen ook uit te voeren? Maak hierbij haalbare doelen en afspraken met de klas

Evalueer op een later tijdstip opnieuw of al meer normen uitgevoerd worden.