Veermeter

Doelgroep: SO

Groepsgrootte: klas / individueel

Duur: 20 min

Leerplandoelen:

  • SO: Sluit aan bij het gemeenschappelijk funderend leerplan

Materiaal: 

  • Werkblaadje veermeter

Doelstellingen:

  • De leerlingen krijgen inzicht in hun lichamelijke gewaarwordingen, gedachten en gedrag bij relaxte en stressvolle situaties.
  • De leerlingen krijgen een eerste aanzet om spanning te leren voelen en hoe ze hier mee kunnen omgaan.

Methodiek/oefening:

  • Het is belangrijk dat we kunnen nagaan wanneer we aan onszelf kunnen opmerken dat we stress ervaren. We kunnen dit opmerken aan ons lichaam, bepaalde gedachten kunnen opkomen, we gaan ons op een bepaalde manier gedragen,…
  • Groen: Denk eens na over een moment/situatie dat je je ontspannen/relaxed voelde. Wanneer was jij laatst relaxed? Probeer eens op te schrijven hoe dat dit zich bij jou voordoet:
  • Hoe voelt je lichaam dan aan? Waar/wat voel je dan? Kruis aan, omcirkel, kleur hoe dat in je lichaam voelde toen op de figuur.
  • Bv: Licht gevoel, geen pijn, rustige ademhaling…
  • Wat denk je dan? Welke gedachten heb je dan over jezelf/de situatie? Noteer een gedachte die jij had in de gedachtenwolk.
  • Bv: alles komt goed, het lukt mij wel, ik kan dit…
  • Wat doe je dan? (gedrag)
  • Bijvoorbeeld: ik zoek contact met anderen of juist niet, ik heb veel energie om dingen te doen, ik praat rustiger, ik heb meer geduld… Noteer.
  • Rood: Denk eens aan een moment/situatie waarvan je het gevoel had dat je veer serieus ingedrukt werd, veel stress had dus.
  • Hoe voelt je lichaam dan aan? Waar/wat voel je dan? Kruis aan, omcirkel, kleur hoe dat in je lichaam voelde toen op het figuurtje.
  • Bv: buikpijn, spaghettibenen, warm worden, tranen in de ogen, rood worden…
  • Wat denk je dan? Welke gedachten heb je dan over jezelf/de situatie? (gedachtenwolk).
  • Bv: Het lukt mij toch niet, ik ben dom, niemand vindt mij leuk, niemand begrijpt mij…
  • Wat doe je dan? (gedrag)
  • Bv: Weglopen, snoepen, gamen, boos worden, huilen, afzonderen…
  • Een extra oefening kan zijn om ditzelfde te doen voor een oranje of overgangssituatie waarbij we al een bepaalde spanning opmerken, maar nog niet in een compleet stressvolle situatie belanden.

Nabespreking:

  • Wat vond je het makkelijkste/moeilijkste om in te vullen?
  • Opmerking: je gaat niet van helemaal rustig onmiddellijk naar heel boos, er zijn nog gradaties tussenin.
  • GGGG model: je gedachten, gevoelens hebben invloed op je gedrag. Je kan bijvoorbeeld een negatieve gedachte omdraaien naar een positieve gedachte.
  • Bv. een leerkracht reageert negatief op een vraag. Je kan dan misschien denken dat deze leerkracht jou niet leuk vindt, maar je kan deze negatieve gedachte ook omzetten naar een positieve bv. misschien had de leerkracht een slechte dag,..
  • Door deze oefening kan je leren meer rust in te bouwen, om zo te voorkomen dat we naar de rode, stressvolle, situatie gaan. Dit vraagt uiteraard oefening waarbij we via deze weg de eerste aanzet hiertoe willen doen.