Standbeeldenmuseum

Doelgroep: 3e graad BaO

Groepsgrootte: klas

Duur: 15-20 min

Leerplandoelen:

  • BaO: Sluit aan bij de ontwikkelvelden

Materiaal: Emotiekaarten (standbeeldenmuseum)

Doelstellingen: Het belang van lichaamstaal bij emoties en invloed van lichaamstaal op je boodschap

Methodiek/oefening:

Vooraf bespreek je de verschillende emotiekaarten in de klasgroep. Verdeel nadien de klas in twee groepen:

Groep 1 (standbeeld): Elke leerling of een duo krijgt een kaartje met een emotie op. Ze spelen een beeld in het museum dat de emotie weergeeft dat op het kaartje staat. Indien ze in duo werken: laat de leerlingen in hun duo eerst even nadenken hoe ze de emotie gaan uitbeelden.

Groep 2 (observators): De observators gaan op hetzelfde moment even naar de gang. De begeleider verspreid de emotiekaarten van de duo's in het midden van het lokaal. De leerlingen van groep 2 komen na een tijdje binnen in de klas/museum en raden als groep de emoties die uitgebeeld worden. Ze doen dit door een emotiekaartje te nemen en dit bij het juiste standbeeld te leggen. De nabespreking gebeurt opnieuw in de cirkel. De standbeelden nemen het kaartje dat voor hen ligt mee.

Nabespreking:

De begeleider vraagt aan de standbeelden (groep 1): klopt het kaartje dat je kreeg?

Nadien wordt er aan de observator (groep 2) gevraagd:

  • Wat zagen jullie waardoor je emotie X voor standbeeld X neerlegde?
  • Welke emoties waren duidelijk? Hoe komt dat? Welke lichaamstaal was duidelijk?
  • Welke emoties waren minder duidelijk en werden minder goed geraden?
  • Welke lichaamstaal zou het wel duidelijker maken? Laat iemand het voordoen.

Vragen voor de hele klas:

  • Heb je je al ooit eens vergist (link met realiteit)?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van duidelijke lichaamstaal?