Kracht van falen

Doelgroep: SO

Groepsgrootte: onbepaald 

Duur: 15-30 min

Leerplandoelen:

  • SO: Sluit aan bij het gemeenschappelijk funderend leerplan

Materiaal:

  • Papieren
  • Pennen

Doelstellingen:

  • risico's nemen en fouten durven maken.
  • aanvaarden dat iets fout loopt.
  • fouten gebruiken om opnieuw uit te leren.

Methodiek/oefening:

Wist-je-datje

Vertel de leerlingen volgend wist-je-datje: wist je dat … heel veel uitvindingen en ideeën uit fouten zijn ontstaan? Ken jij er zo eentje?

Geef twee voorbeelden:

  • Wist je dat post-its ontstaan zijn na een zoektocht naar sterke lijm? In 1968 zocht Spencer Silver naar superkrachtige lijm, maar hij verkreeg zwakhechtende lijm. Wat later pikte iemand het idee op om een bladwijzer te maken die geen lijmsporen achterlaat. Zo is de post-it ontstaan.
  • Wist je dat antibiotica per ongeluk ontdekt is door Sir Alexander Fleming in 1928? De wetenschapper ruimde zijn laboratorium niet op voordat hij op vakantie ging. Bij terugkomst bleek er een rare schimmel te zijn ontstaan, die bacteriën liever vermijden. Zo zorgde deze simpele fout voor het ontstaan van penicilline.

Kom samen tot de moraal van het verhaal: door fouten te maken, ontstaan soms nieuwe kansen.

Een verhaal over fouten maken

Kies een verhaal over 'leren uit fouten' en 'durven mislukken' en deel het met de leerlingen. Een interessant voorbeeld vind je hier: https://herhealth.nl/inspirerend-verhaal-fouten-maken-en-mislukkingen/

Tip: je kan natuurlijk ook een persoonlijk verhaal vertellen als je er zo eentje op zak hebt.

Vraag aan de leerlingen volgende zaken:

  • Wat zou 'correct' geweest zijn in het verhaal?
  • Wat is er 'fout' gelopen?
  • Hoe heeft het 'foute' geleid tot een interessant inzicht?

Faalkracht

Vraag aan de leerlingen om met twee een schrijfgesprek te houden over het eigen falen, mislukken en fouten maken.

Het schrijfgesprek verloopt als volgt: iedereen neemt een blad papier en schrijft in enkele regels een persoonlijke 'mislukking' op; iets wat fout liep door je eigen toedoen of een eigen keuze.

Daarna geef je het blad door en reageert de ander door een vraag te stellen of positief te reageren op het vorige. De andere leerling moet een nieuwe (positieve) wind proberen blazen in het verhaal, zodat er op een nieuwe manier op teruggeblikt kan worden.

De bladen gaan vervolgens enkele keren van de een naar de ander. Het gesprek verloopt enkel schriftelijk. Het gaat vooral om eigen ervaringen delen, en over hoe je kan leren uit wat ooit niet zo vlot ging.

Nabespreking:

Ervaringen delen

Pols op het einde van de schrijftijd naar de inzichten die leerlingen hebben opgedaan over falen en mislukken.