Knuffeltikkertje

Doelgroep: 3de graad basisonderwijs

Groepsgrootte: Klasgroep

Duur: 15 minuten

Leerplandoelen: 

  • BaO: Sluit aan bij de ontwikkelvelden

Materiaal:

/

Doelstellingen:

  • De leerlingen ervaren de kracht van een groep. Ze leren welk aandeel de 'restgroep' heeft in een pestsituatie.

Methodiek/oefening:

  • De begeleider legt uit aan de deelnemers dat ze een tikspel met één tikker zullen spelen. Iedereen van de groep mag getikt worden. De leerlingen die aangetikt worden, moeten in kleermakerszit op de grond gaan zitten (of terug op hun stoel) en kunnen niet bevrijd worden. Maar… wanneer twee of meerdere leerlingen elkaar knuffelen mogen ze niet getikt worden.
  • Bij de meeste groepen zullen de leerlingen alleen knuffelen wanneer de tikker bij hen in de buurt is. Na enige tijd zullen enkele leerlingen op de grond zitten (of op hun stoel) en hebben de overgebleven leerlingen door dat, wanneer ze voortdurend knuffelen, de tikker hen nooit kan aantikken.

Nabespreking:

De begeleider bespreekt deze oefening in het kader van pesten.

  • "Dit spel is geen gewoon tikspel. Dit is een oefening rond 'pesten'. De tikker in het spel is eigenlijk onze pester. Degenen die alleen stonden, konden gepest worden door de pester. Als je elkaar knuffelde (mekaar bijstaan), had de pester geen slachtoffer.
  • Je kan ook bij de groep behoren die zelf niet pest en niet gepest wordt. Deze 'restgroep' heeft niets met pesten te maken. Fout! Het is net deze restgroep die een hele belangrijke rol kan spelen in het stoppen van een pestsituatie."
  • De begeleider laat de gepeste leerlingen (de leerlingen die getikt werden) rechtstaan, en vraagt aan de 'knuffelaars' of zij deze leerlingen willen opnemen in hun 'groepje'. Doel is dat niemand nog alleen staat. Daarna vraagt de begeleider aan de pester (tikker) wie hij nu gaat pesten/tikken. De pester zal als antwoord 'niemand' geven.
  • "Wie heeft er gezorgd dat je niet (meer) kan pesten? Niet de pestkop, niet de gepeste, niet buitenstaanders, maar de rest van de groep, de deelnemers die er (zogezegd) niets mee te maken hadden."
  • De begeleider merkt op dat de pester nu alleen staat en vraagt de deelnemers om hem toe te laten tot hun groep.