De roze en zwarte bril
Doelgroep: 3e graad basisonderwijs + SO
Groepsgrootte: klasgroep
Duur: 15 - 20 minuten
Leerplandoelen:
- BaO: Sluit aan bij de ontwikkelvelden
- SO: Sluit aan bij het gemeenschappelijk funderend leerplan
Materiaal:
- Afbeelding van de roze en de zwarte bril (zie bijlage).
- Verhaal (zie onderaan).
- Optioneel: per persoon een pen en kladblad
Doelstellingen:
- De leerlingen leren dat ze op verschillende manieren naar eenzelfde situatie kunnen kijken en dat deze kijk voor een stukje mee bepaalt hoe ze zich voelen over de situatie.
Methodiek/oefening:
Toon aan de leerlingen de afbeelding van de roze bril en vraag: wat zou het betekenen als we "door een roze bril" naar gebeurtenissen kijken? Leg nadien kort uit dat dit wilt zeggen dat je vooral de goede dingen en de kansen ziet.
Toon nadien de afbeelding van de zwarte bril en vraag: wat zou het betekenen als we "door een zwarte bril" naar gebeurtenissen kijken? Leg nadien kort uit dat dit wilt zeggen dat je vooral de minder leuke dingen en de tegenslagen ziet.
Vertel dat je een verhaal zal voorlezen en dat de leerlingen eerst "met de zwarte bril" naar het verhaal mogen kijken. Vraag hen dus om alle vervelende, negatieve dingen te tellen. Je kan hen ook op een kladblad laten turven als dit gemakkelijker is.
Reflectie:
- Hoeveel tegenvallers hebben jullie gevonden?
- Stel dat de dag zo verder loopt en je door de zwarte bril zou blijven kijken, met gevoel ga je dan slapen?
Vertel dat je hetzelfde verhaal opnieuw zal voorlezen en dat de leerlingen nu "met de roze bril" naar het verhaal mogen kijken. Vraag hen dus om alle leuke, positieve dingen en kansen te tellen.
Reflectie
- Hoeveel meevallers hebben jullie gevonden?
- Stel dat de dag zo verder loopt en je door de roze bril zou blijven kijken, met welk gevoel ga je dan slapen?
- Wie had nu een beter gevoel bij de dag dan daarjuist?
Psycho-educatie:
Denken jullie 's avonds weleens aan alle tegenvallers van de dag? Dan kan dit ervoor zorgen dat je je minder goed zal voelen en ook moeilijker kan slapen. Je kan ook proberen om aan het einde van de dag even te denken aan wat leuk was of toch goed ging. Zo kan je een beter gevoel krijgen. Dit zal niet voor iedereen even gemakkelijk zijn maar we kunnen dit wel oefenen. Hoe kan je dit doen? Door bijvoorbeeld elke avond aan jezelf te vragen waar je die dag dankbaar voor was. Je kan dit als leerkracht ook met de leerlingen in de klas oefenen.
De manier waarop we naar gebeurtenissen kijken, bepaalt voor een stukje ook hoe we ons over die gebeurtenissen voelen.
Het verhaal:
Vanochtend heb ik me overslapen, waardoor ik me veel te snel moest klaarmaken. Mama had mijn favoriete trui niet klaargelegd dus ik moest hem zelf gaan zoeken in de kast. Door tijdstekort heb ik niet kunnen ontbijten, en moest ik mijn boterham snel in de auto opeten. Ik stapte uit de auto en net toen begon het heel erg te regenen… Ik was kleddernat toen ik de schoolpoort binnen liep. Gelukkig was de bel nog net niet gegaan, en kon ik nog even onder het afdak gaan zitten bij mijn vriendinnen die een plekje op de bank hadden vrijgehouden voor mij.
De dag begon met twee uur rekenen, iets wat ik dus net niet goed kan, maar doordat we een groepswerk deden, hebben we wel goed kunnen lachen. In de kleine speeltijd vertelde mijn vriendinnen over het huiswerk van spelling. Oh nee! Dat lag nog op de keukentafel en ben ik dus helemaal vergeten. Ik ga deze middag naar huis en kan het dan wel meenemen. Pfff, in de namiddag ook nog een dictee, stressen, deze ging maar op 5 punten.