Coping skills secundair onderwijs

Doelgroep: BaO + SO

Groepsgrootte: klas

Duur: 15 min

Leerplandoelen: 

  • BaO: Sluit aan bij de ontwikkelvelden
  • SO: Sluit aan bij het gemeenschappelijk funderend leerplan

Materiaal: 25 kaartjes met gezonde en ongezonde copingskills (zie bijlage)

Doelstellingen:

  • De leerlingen leren verschillende copingskills kennen
  • De leerlingen leren een gepaste strategie kiezen bij negatieve emoties en stress
  • De leerlingen leren hoe ze negatieve emoties en stress kunnen aanpakken

Methodiek/oefening:

Elke leerling krijgt een kaartje met een gezonde of ongezonde copingskill.

Wat is een copingskill? Verschillende manieren (gezond en ongezond) om om te gaan met vervelende gebeurtenissen en/of stress in je dagelijks leven.

We delen het klaslokaal op in twee delen: 'gezonde' en 'ongezonde' copingskill. De leerlingen schatten voor zichzelf in aan welke kant de copingskill past. Sommige kaartjes zijn vrij te interpretatie (bv. je afzonderen/alleen zijn is oké als je hierdoor tot rust komt, tenzij je je eenzaam voelt).

De leerlingen bespreken kort wat op hun kaartje staat.

  • Waarom denk je dat dit een gezonde/ongezonde coping is?
  • Wist je dat dit kon helpen?
  • Zou je het willen proberen? Waarom wel/niet?
  • Wat vinden anderen daarvan? Zou iemand het kaartje aan de andere kant plaatsen?

De leerlingen denken samen na over een alternatief bij de ongezonde coping stijl. Zodat alle leerlingen naar één kant van de klas kunnen komen.

Nabespreking:

  • Was het een moeilijke opdracht?
  • Hoe was het om gezonde copingskill te verzinnen?
  • Wist je dat dit kon helpen?
  • Zou je het willen proberen? Waarom wel/niet?