Bordspel conflicten

Doelgroep: 2e-3e graad BaO + SO

Groepsgrootte: 2 - 8 leerlingen 

Duur: 1 lesuur

Leerplandoelen:

  • BaO: Sluit aan bij de ontwikkelvelden
  • SO: Sluit aan bij het gemeenschappelijk funderend leerplan

Materiaal:

  • Bordspel (zie bijlage)
  • Kaartjes (zie bijlage)
  • Dobbelsteen
  • 8 pionnen

Doelstellingen:

  • De leerlingen reflecteren over hun gedrag en emoties in bepaalde situaties.
  • De leerlingen leren gepast omgaan met conflicten.
  • De leerlingen ervaren verschillen bij elkaar, niet iedereen reageert op dezelfde manier op een situatie / voelt zich hetzelfde in een bepaalde situatie

Methodiek/oefening:

Inleiding

Dit is een gezelschapsspel over conflicten. Sommige vragen zullen misschien moeilijk zijn, andere vragen zijn misschien makkelijker. Het is de bedoeling dat iedereen vrij kan zeggen wat hij/zij denkt zonder dat anderen daar commentaar op geven.

Als je iets wil zeggen, mag je je vinger opsteken en wachten tot je aan de beurt bent. Er wordt verwacht dat iedereen gepast en respectvol antwoordt. Denk altijd eerst na wat je gaat zeggen en of dat gepast of ongepast is.

Doel van het spel

Probeer zo snel mogelijk 5 kaartjes in 5 verschillende kleuren te verzamelen. Heb je de kaartjes, haast je dan naar 'CONFLICT MASTER'. Met de kaartjes in de hand mag je meteen binnen. Als jij erin slaagt om 'CONFLICT MASTER' als eerste te bereiken, dan ben jij de conflict master van de dag! Maar let op, want onderweg kan je nog altijd een kaartje verliezen. En dan moet je weer op zoek naar een nieuwe.

Begin van het spel

  • Kies een pion en plaats hem op 1 van de startvakjes.
  • Werp dan om de beurt met de dobbelsteen om te bepalen wie met het spel mag beginnen: de speler die het hoogste aantal ogen gooit, begint. Nadien wordt er gespeeld in de richting van de wijzers van de klok.

Spelverloop

Nadat je de dobbelsteen geworpen hebt, verplaats je je pion in eender welke richting. Je mag zoveel vakjes vooruitgaan als de dobbelsteen aangeeft. Let wel, tijdens dezelfde beurt mag je niet vooruit én achteruitgaan. Komt je pion op een gekleurd vakje, dan mag je een kaartje in de juiste kleur nemen en luidop voorlezen en de vraag beantwoorden.

  • Oranje: Wat doe je?
  • Blauw: Rollenspel: Hoe gaat het verder?
  • Groen: Conflictvraag
  • Paars: Zin aanvullen
  • Geel: Doe-opdracht

Is het antwoord goed, dan krijg je het kaartje. Is het antwoord fout, dan moet je het kaartje weer onderaan de stapel leggen. Opgelet: heb je al een kaartje van die kleur, dan moet je deze bij een foutief antwoord onderaan de juiste stapel terugleggen.

Speciale vakjes

  • Stop: 1 beurt overslaan.
  • Dobbelsteen: nog een keer gooien en in dezelfde richting verdergaan.
  • Boef: 1 kaartje naar keuze afgeven.
  • Leeg vakje: er gebeurt niets, de beurt gaat door naar de volgende speler.

Einde

Het spel eindigt wanneer één speler 'CONFLICT MASTER' heeft bereikt met die 5 kaartjes in de 5 verschillende kleuren. Om het einddoel te bereiken, MOET je het exacte aantal ogen gooien.

Nabespreking:

  • Wat hebben jullie geleerd uit dit spel?
  • Wat vond je goede inzichten?
  • Waarin verschilde jouw reactie van de rest? Op welke manier?
  • Waar ga je rekening mee houden bij een volgend conflict?